zondag 25 oktober 2015

Voeding volgens TCM

Voeding Voorjaar: meer scherp en warm voedsel om in harmonie met de opwaartse beweging van het seizoen te blijven. Zomer: meer scherp en heet voedsel om in harmonie met de naar buiten gerichte beweging van het seizoen te blijven. Herfst: meer zuur en warm voedsel eten om in harmonie met de neerwaartse beweging van het seizoen te blijven. Winter: meer bitter en koud voedsel eten om in harmonie met de naar binnen gerichte beweging van het seizoen te blijven. Scherp voedsel: peterselie, kruidnagel, koriander, lente-uitjes, knoflook, bieslook, gember en kumquats. Scherpe kruiden worden verspreidend en stromend genoemd. Kunnen zweten veroorzaken, helpen gifstoffen uit het lichaam te verwijderen en de qi-circulatie stimuleren. Zoet voedsel: honing, suiker en veel vruchten zoals bessen, banaan, watermeloen en ananas. Zoet voedsel is vaak zeer voedzaam en veel granen worden ook zoet genoemd, terwijl div. soorten vlees zoetheid met andere smaken combineren. Dit voiedsel neutraliseert de giftige effecten van andere voedsel en verlicht ook acute symptomen. Zuur voedsel: ook wel samentrekkend genoemd. Hiertoe behoren citroenen en veel vruchten die ook zoet zijn, zoals peren en appels. Azijn kan zowel zuur als bitter zijn. Zuur voedsel belemmert beweging en is daarom nuttig tegen diarree en overmatig zweten. Bitter voedsel: sla, asperges, hoppen, koffie en selderij. Het is meestal verkoelend voor de lichaamstemperatuur en droogt lichaamsvloeistoffen op. Bitter voedsel is te classificeren als bitter en drogend. Of bitter en purgerend. Voedsel uit de laatstgenoemde groep wordt gebruikt bij constipatie. Zout voedsel: hiertoe behoren zout en enkele zeewieren. Ze worden beschouwd als verzachtend en neerdalen en worden gebruikt om hardheid te verzachten zoals gezwollen klieren of harde lymfknopen. Zoete, scherpe en neutrale smaken worden over het algemeen als yang beschouwd, bitter en zuur voedsel zijn yin. De vijf energieën. Koud en koel voedsel: Koud voedsel: bamboescheuten, banaan, schelpdieren, krabben, grapefruit, sla, dadelpruimen, zeewier, waterkastanje, waterkers en watermeloen. Koel voedsel: appel, tofu, champignonhoedjes, komkommer, sla, mango, taugé, peer spinazie, aardbei en tomaat. Neutraal voedsel: abrikozen, rundvlees, rode bieten, paksoi, wortelen, selderij, mais, eieren, eend, vijgen, druiven, honing, witte rijst, mosselen, varkensnier, aardappel, pompoen en witte suiker. Warm en heet voedsel: Warm voedsel: bruine suiker, kersen, kip, bieslook, dadels, lente-uitjes, ham, kumquats, prei, schaap, perzik, frambozen, garnalen, walnoten, wijn en zonnebloempitten. Heet voedsel: gember, peper, groen en rode paprika en sojaolie. Balans: voedsel dat verhit is meer yang en drogend van aard, verkoelend voedsel is meer yin en bevochtigend. Te veel koud of koel voedsel –vooral tijdens de yin-seizoenen- kunnen lichaamsvloeistoffen doen toenemen en bijvoorbeeld diarree door koude en vocht veroorzaken. Te veel warm of heet voedsel kan overmatig drogend en verhittend zijn en ziekten veroorzaken die verband houden met hitte en droogte. Bij een slechte gezondheid wordt een koude-aandoening zoals verkoudheid of waterig diarree behandeld met verwarmend voedsel en een heet probleem zoals een ontsteking met verkoelend voedsel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten